Lot (3) ½ Stuiver 1820, 1822 en 1826 IND. BATAV. Scholten 673; 677a; 681b. Fraai / Zeer fraai.

½ Duit 1818. Scholten 690b. Klein muntplaatje. Fraai / Zeer fraai.

2 Cents 1834V. Scholten 703; CNO 31.31. Dubbelslag, derhalve wat ‘rommelig’. Zeer fraai.

1 Cent 1839W. Misslag, keerzijde incusum. Scholten 740. Zeer fraai.

Dubbele duit 1790. Scholten 743; CNO 33.2. Zeer fraai.

Dubbele duit 1790. Scholten 743; CNO 33.2. Zeer fraai.

Dubbele duit 1790. Vgl. Scholten 743, blz 105; vgl. CNO 33.2 Contemporaine vervalsing. Zeer fraai.

Dubbele duit 1790. Vgl. Scholten 743, blz 105; vgl. CNO 33.2 Contemporaine vervalsing + excentrische slag. Zeer fraai.

Utrecht. 2 Duiten 1790. Scholten 744. Keerzijde: identificatiepenning? Curieus.

Duit 1790. Afslag in zilver van 3,76 gram, ø 23,02 mm. Scholten 746a; CNO 33.4. Zeldzaam. Prachtig.

¼ Gulden ١٨٥٤. Scholten ٧٤٩; CNO ٣٥.٢. Prachtig.

1 Cent 1859. Scholten 784; CNO 35.11. Minieme vlekjes vz. Bijna FDC.

¼ Gulden 1920. Scholten 819; CNO 36.8. Prachtig / FDC.

1/10 Gulden 1913. Scholten 843; CNO 36.14. Prachtig / FDC.

1/10 Gulden 1920. Scholten 848; CNO 36.15. Prachtig / FDC.

1/10 Gulden 1930. Scholten 850; CNO 36.15. Prachtig.